Beleidsevaluatie Telecommunicatiewet

Aftappen is van groot belang voor de opsporing en de nationale veiligheid. De waarde van dit middel voor justitie en veiligheidsdiensten is onomstreden en staat niet ter discussie. Om te kunnen aftappen, moet telecommunicatie echter wel aftapbaar zijn. Dit onderzoek gaat over de vraag hoe aftapbaarheid het beste gewaarborgd kan worden.

Deze studie, geschreven in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken, evalueert het aftapbaarheidsbeleid zoals dat is vastgelegd in hoofdstuk 13 Telecommunicatiewet (TW). Aftapbaarheid duidt op het veiligstellen van de mogelijkheid tot onderzoek van telecommunicatie (aftappen, en vorderen van gebruikers- en verkeersgegevens). Hoofdstuk 13 TW legt verplichtingen op aan de aanbieders van openbare telecommunicatie om deze aftapbaarheid te waarborgen.

Het aftapbaarheidsbeleid dateert uit de periode 1996-1998, met het Beleidsvoornemen bevoegd aftappen telecommunicatie en de vertaling daarvan in de Telecommunicatiewet in 1998. De telecommunicatie ontwikkelt zich echter voortdurend, zowel in de markt als in de techniek, waardoor de aftapbaarheid van telecommunicatie onder druk staat. Het doel van deze studie is te verkennen of het aftapbaarheidsbeleid in het verleden adequaat is vertaald in wet- en regelgeving, en of beleid en wetgeving adequaat zijn voor de toekomst in het licht van ontwikkelingen in de telecommunicatie.

Dit evaluatieonderzoek richt zich grotendeels op de drie belangrijkste pijlers van beleid en wetgeving, te weten de algemene verplichting dat openbare telecommunicatie aftapbaar moet zijn, de meewerkplichten voor telecomaanbieders, en de kostenverdeling. Het onderzoek, dat vanwege beperkte middelen is uitgevoerd als een kwalitatieve, en geen kwantitatieve, evaluatie, is uitgevoerd door middel van interviews met behoeftestellers (justitie en inlichtingen- en veiligheidsdiensten), telecomaanbieders, toezichthouders en andere deskundigen, aangevuld met literatuuronderzoek. De bevindingen van het onderzoek bevatten voor een belangrijk deel de meningen van behoeftestellers en aanbieders; de conclusies en aanbevelingen komen voor rekening van de onderzoekers.

De beleidsuitgangspunten uit 1996 zijn elk adequaat vertaald in wet- en regelgeving. Het beleid als geheel is ook adequaat geïmplementeerd in wet- en regelgeving, aangezien de aftapbaarheid van openbare telecommunicatie grotendeels gerealiseerd is en aldus het doel van het beleid - het behoud van het middel aftappen - grotendeels bereikt wordt. De aftapbaarheid is echter niet volledig gerealiseerd - en behoeftestellers noemen het niet-aftapbare deel ernstig - door enerzijds te laat op gang gekomen handhaving en een niet-optimale verstandhouding tussen behoeftestellers en aanbieders, en anderzijds de complexiteit en diversificatie in de telecommunicatiesector.

Op basis van de vraaggesprekken en de literatuurstudie over ontwikkelingen in telecommunicatie zijn vijf probleemvelden gesignaleerd. Deze liggen op het vlak van de technische aftapbaarheid in relatie tot de kostenproblematiek; de meewerkplichten staan niet onder druk door deze ontwikkelingen en kunnen dus worden gehandhaafd.

Op basis van deze probleemvelden is de conclusie gerechtvaardigd dat bij voortzetting van de huidige beleidsuitgangspunten en de huidige wetgeving in de toekomst steeds meer knelpunten zullen ontstaan, waardoor steeds minder tegen aanvaardbare kosten een voor de behoeftestellers adequaat niveau van aftapbaarheid kan worden gegarandeerd. Daarom zullen keuzes gemaakt moeten worden in beleid en wetgeving, wil men het instrument aftappen ten minste in redelijke mate kunnen behouden.

In de rapportage geven de onderzoekers een indicatie van mogelijke oplossingen voor de gesignaleerde problemen.

  • Projectnummer
    2004.59
  • Opdrachtgever(s)
    Ministerie van Economische Zaken
meer weten over dit onderwerp? Neem contact op met Rudi Bekkers
Principal consultant
Offerte aanvragen? Mail naar tenderdesk@dialogic.nl.