Stadsetiquette

De gemeenteraad van Delft heeft in september 2002 een motie aangenomen om een Stadsetiquette te ontwikkelen. Het doel van deze stadsetiquette is om bewoners er van te doordringen dat bepaald gedrag onwenselijk is en dat je een ander erop aanspreekt als hij zich niet aan de normen houdt, die zijn verwoord in de stadsetiquette. Om de Delftenaren zo direct mogelijk bij dit onderwerp te betrekken is ervoor gekozen de inwoners van de gemeente zelf de agendapunten te laten bepalen. Op deze wijze wordt een breed gedragen stadsetiquette opgesteld.

Een panel van vertegenwoordigers heeft ervaringen uitgewisseld over mentaliteitsveranderingsprocessen, campagnes en het uiteindelijk implementeren en handhaven van gedragsregels. Een belangrijke uitkomst uit het deskundigenpanel was de vaststelling dat etiquette effectiever zijn als door burgers zelf de behoefte wordt aangegeven. Daartoe is het Delft Internet Panel ingesteld. Delftenaren konden van 1 juli t/m 15 augustus 2003 via internet deelnemen aan een enquête en aangeven waar ze zich in het dagelijks leven het meest aan storen. De uitkomst van deze enquête laat zien dat de inwoners van Delft veel belang hechten aan veiligheid, een prettige woonomgeving en aan respect.

Om deze thema´s verder uit te diepen is op 25 november 2003 een workshop georganiseerd, waarbij burgers, politici en ambtenaren zijn betrokken. Dialogic organiseerde deze workshop en maakte het verslag.

Hoe kan de gemeente nu verder met het onderwerp stadsetiquette? De avond heeft aangetoond dat ´etiquette´ een veelzijdige discussie oproept waarbij verschillende abstractie niveaus en oorzaak-gevolg relaties dwars door elkaar heen lopen. De rode draad door de discussies is dat mensen zich storen aan bepaald gedrag van andere mensen. Centraal in de discussies lijken respect en betrokkenheid te staan (of beter gezegd: het gebrek daaraan). Het gebrek aan deze omgangsnormen zouden de veroorzakers van veel concrete problemen zijn zoals zwerfafval, asociaal verkeersgedrag, geluidsoverlast en vandalisme. Daarom is nu de vraag: hoe kun je de gesignaleerde problemen aanpakken?

De oplossingen laten een mix zien van gemeentelijke topdown PR campagnes en bottom-up initiatieven van burgers. De gemeente kan daarbij verschillende rollen op zich nemen:

  • Als wetgever en handhaver strenger sanctioneren op overtredingen.
  • Faciliteren (helpen) van burgers die initiatieven willen nemen om het klimaat in hun buurt / straat / stad te verbeteren.
  • Stimuleren van burgers met eigen initiatieven te komen.
  • Overtuigen van burgers dat asociaal gedrag iedereen schaadt en dat de burger zelf ook verantwoordelijk is voor de fysieke en sociale kwaliteit van de publieke ruimte.

Oplossingen komen dus niet alleen van de gemeente. De burger draagt evenzeer een verantwoordelijkheid. Deze betreft niet alleen het onderhoud van de publieke ruimte, maar ook het doorbreken van de negatieve spiraal waarin we ons nu bevinden.

Het probleem rond de omgangsnormen moet dicht bij de mensen worden aangepakt. Daarom is een gerichte aanpak in wijken en doelgroepen (sportverenigingen, onderwijs, wijkcentra, etc.) gevraagd. Dit lijkt een belangrijk punt te zijn omdat het zowel in de groepsdiscussie als tijdens de plenaire presentaties meerdere keren werd aangestipt.

Daarnaast zal een aanpak ook een mix moeten hebben van zowel de concrete ergernissen uit de weg ruimen (´stad samen schoon houden´) als het aanpakken van de achterliggende problemen.

  • Publicatienummer
    2003.064-0318
  • Publicatiedatum
    1 december 2003
  •  
  • Projectnummer
    2003.064
  • Opdrachtgever(s)
    Gemeente Delft
meer weten over dit onderwerp? Neem contact op met Pim den Hertog
Partner