Onderzoek Virtuele Internationale Samenwerkingsprojecten in het wo en hbo
Context van het onderzoek naar VIS-projecten
Gezien het grensoverschrijdende karakter van de wetenschap en de globalisering van de arbeidsmarkt zijn het wo en hbo al meerdere decennia zeer actief op het gebied van internationalisering. Zo wordt sinds 1999 internationaal samengewerkt op de internationale mobiliteit van studenten. De internationale doelstelling is dat minimaal 20% van alle studenten een periode in het buitenland onderwijs zou moeten volgen.
Tegelijkertijd staat deze internationalisering onder druk. Het wordt steeds meer gezien als een kostenpost voor het Nederlands hoger onderwijs. Bovendien leiden de (grote) aantallen internationale studenten aan Nederlandse instellingen tot verschillende nadelige ontwikkelingen, zoals huisvestingsproblemen voor (internationale) studenten, onbehagen bij studenten als gevolg van interculturele misverstanden, en een vergroting van de kloof tussen rijke en arme studenten. Ook door de huidige pandemie lijken internationale uitwisselingen minder aantrekkelijk voor studenten.
Om tegemoet te komen aan de ambities en uitdagingen van internationalisering zal het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de komende jaren een programma uitvoeren voor Virtuele Internationale Samenwerkingsprojecten. In deze projecten zullen studenten in Nederland samenwerken met studenten aan instellingen in het buitenland, waarbij zij gezamenlijk een project uitvoeren. Binnen dit programma zullen tussen 2021 en 2024 in totaal 700 projecten gefinancierd worden ter ondersteuning voor ontwerp en ontwikkeling van het project. Voor meer over de subsidieregeling zie hier de bekendmaking.
Het ministerie heeft aan Dialogic de opdracht gegeven om evaluerend onderzoek van het programma uit te voeren. We zullen onderzoeken wat de ervaringen van docenten en onderwijskundigen zijn in de ontwikkeling van VIS-projecten. Daarnaast zullen we de leeruitkomsten van studenten onderzoeken, waarbij we gebruik maken van het Model Internationale competenties van Nuffic. Dit onderzoek zal lopen tot oktober 2027. We zullen hiervoor samenwerken met dr. Robert O’Dowd, universitair hoofddocent aan de Universiteit van Léon (Spanje) en de internationale expert op het gebied van ontwikkeling en leeruitkomsten van virtuele uitwisselingsprojecten.
Theoretische uitgangspunten van het onderzoek
Het doel van het onderzoek is dat inzicht wordt verkregen in hoe en in welke mate VIS-projecten leiden tot leeruitkomsten. Vanuit de theorie onderscheiden we hierbij de volgende vijf fasen (zie ook Figuur 1):
- Input: Subsidie en ondersteuning door OCW en het door OCW aangestelde consortium.
- Throughput: Ontwerp en ontwikkeling van VIS-projecten door docenten en onderwijskundigen.
- Intermediate output: VIS-projecten doorlopen door docenten en deelnemende studenten.
- Output: leeruitkomsten van studenten.
- Impact: internationaal en intercultureel competente studenten/afgestudeerden.
Figuur: Programmatheorie waarin de verschillende fasen en actoren van VIS-projecten worden onderscheiden.
In ons onderzoek staan fasen 2 (ontwerp en ontwikkeling van VIS-projecten), 3 (doorlopen VIS-projecten) en 4 (leeruitkomsten studenten) centraal.
- Projectnummer
2021.157 - Opdrachtgever(s)
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Senior onderzoeker / adviseur