Netwerkanalyse Sprint Programma en Jet-Net
In zowel het Sprintprogramma (hogescholen en universiteiten) als het Jongeren en Technologie Netwerk Nederland (Jet-Net: bètatechnische bedrijven en hun partners uit het middelbaar onderwijs) wordt samenwerking in de onderwijs- en arbeidsmarktketen gestimuleerd. De voorliggende studie onderzoekt in welke mate en vorm die netwerkvorming bestaat. Deze rapportage sluit derhalve aan op de analyse van netwerkvorming onder Universumscholen en hun ketenpartners. De doelstelling bestaat uit drie delen:
- Verifiëren van relaties tussen Universumscholen enerzijds en hoger onderwijsinstellingen en bedrijven anderzijds om zo de resultaten uit de Universum netwerkanalyse te verstevigen;
- Uitbreiden van het inzicht over relaties van hoger onderwijsinstellingen en bedrijven met vo-scholen die niet deelnemen aan het Universum Programma;
- Uitvoeren van een nulmeting voor het Sprint Programma dat de komende twee jaar - zowel in het hoger beroeps- als in het wetenschappelijk onderwijs - wordt toegespitst op netwerkinbedding en ketenbrede kennisuitwisseling en samenwerking: van primair onder-wijs tot aan de arbeidsmarkt.
In zowel het Sprint Programma (hogescholen en universiteiten) als het Jongeren en Technologie Netwerk Nederland (Jet-Net: bètatechnische bedrijven en hun partners uit het middelbaar onderwijs) wordt samenwerking in de onderwijs- en arbeidsmarktketen gestimuleerd. De voorliggende studie onderzoekt in welke mate en vorm die netwerkvorming bestaat. Deze rapportage sluit derhalve aan op de analyse van netwerkvorming onder Universumscholen en hun ketenpartners. De doelstelling bestaat uit 3 delen:
- Verifiëren van relaties tussen Universumscholen enerzijds en hoger onderwijsinstellingen en bedrijven anderzijds om zo de resultaten uit de Universum netwerkanalyse te verstevigen;
- Uitbreiden van het inzicht over relaties van hoger onderwijsinstellingen en bedrijven met vo-scholen die niet deelnemen aan het Universum Programma;
- Uitvoeren van een nulmeting voor het Sprint Programma dat de komende twee jaar - zowel in het hoger beroeps- als in het wetenschappelijk onderwijs - wordt toegespitst op netwerkinbedding en ketenbrede kennisuitwisseling en samenwerking: van primair onderwijs tot aan de arbeidsmarkt.
Om deze onderzoeksvragen te beantwoorden, hebben zowel Jet-Net bedrijven als hoger onderwijsinstellingen een vragenlijst ingevuld over hun samenwerkingsrelaties met andere organisaties in de onderwijs- en arbeidsmarktketen. Ook hebben zij aangegeven of die samenwerking vak(vernieuwing)bijdragen betreft of aansluitingsvraagstukken (inclusief studie-, praktijk- en beroepsoriëntatie). De gegevens van de respondenten zijn verwerkt in een netwerkanalyse.
De voorliggende studie geldt als de nulmeting voor netwerkvorming in het Sprint Programma en Jet-Net. De vervolg- c.q. effectmeting is voorzien in 2010.
Belangrijkste resultaten
Op basis van de netwerkanalyse kan een aantal conclusies worden getrokken.
- Sommige instellingen onderhouden contacten met een gering aantal basisscholen (veelal in de regio), andere instellingen (zoals de Haagse Hogeschool, Hogeschool Zuyd en zeker Wageningen Universiteit) beschikken over een zeer grote pool van partnerscholen. De contacten hebben betrekking op ontwikkeling van lesmateriaal, opleiden van basisschoolleraren, summer schools, kennismaking met bètatechniek, gebruik van faciliteiten en voorlichting. Vakinhoudelijke connecties met middelbare scholen hebben relatief vaak betrekking op profielwerkstukbegeleiding, netwerkbijeenkomsten en op de vraagbaakfunctie van hogeschool- of universitaire docenten.
- Voorafgaand aan de feitelijke start van Jet-Net onderhielden middelbare scholen slechts sporadisch contact met de grote bètatechnische bedrijven. Veelal kwamen die contacten voort uit het informele circuit, bijvoorbeeld via ouders of andere familieleden van leerlingen of relaties van docenten. Het huidige vakinhoudelijke netwerk is rijker - zowel in termen van aantal relaties als gemiddelde intensiteit, dan het netwerk voorheen. Daarnaast zijn er Jet-Net bedrijven die momenteel partneren met middelbare scholen en dat voorheen überhaupt niet deden.
- De relaties die Sprintinstellingen onderhouden met middelbare scholen gaan vaker over aansluiting (voorlichtingsactiviteiten) en minder vaak om vakinhoudelijke bijdragen. De gemiddelde intensiteit van aansluitingscontacten is wel lager dan het gemiddelde voor vakinhoudelijke relaties.
- In de samenwerking tussen Sprintinstellingen en middelbare scholen en mbo instellingen doet fysieke nabijheid er toe. Zeker hechte relaties komen bijna alleen maar binnen dezelfde regio voor.
- Er is geen samenhang tussen het aantal leerlingen en de intensiteit van de vakinhoudelijke netwerken.
- Publicatienummer
2008.032-0902 - Publicatiedatum
15 mei 2009
- Projectnummer
2008.032 - Opdrachtgever(s)
Platform Bèta Techniek
Principal consultant