Nederland was een van de eerste landen in die wereld die beleid ontwikkelde op het terrein van de elektronische overheid in nota’s zoals Actieplan Elektronische Overheid (1999) en Contract met de Toekomst (2000). In die tijd - toen Nederland nog voorop liep - was er nog veel belangstelling vanuit de Rijksoverheid om te kijken hoe Nederland er in internationaal verband voor stond. In het kader van de Digitale Delta heeft Dialogic in 2002 de voortgang en prestaties van de Nederlandse elektronische overheid vergeleken met die een aantal andere landen. Conclusie toen was dat Nederland ruim boven het gemiddelde scoorde (met name op dienstverlening aan burgers en op e-democracy) maar niet tot de mondiale koplopers behoorde. Landen zoals Finland en Zweden liepen duidelijk voor op Nederland. In de jaren daarna daalde de positie van Nederland gestaag in internationale benchmarks (zoals die van Accenture en CapGemini). De interesse voor eigen vergelijkende studies daalde recht evenredig. In 2002 werd de ICT-toets voor het laatst uitgevoerd.

Anno 2009 is Dialogic bezig een vergelijkbare internationale studie naar eGovernment uit te voeren voor een andere opdrachtgever, namelijk de Amerikaanse denktank the Conference Board. Opdracht is om wereldwijd de invloed van ICT op de effectiviteit en efficiency van overheden te meten en analyseren.