Evaluatie Vernieuwingsimpuls
Om het innovatief wetenschappelijk onderzoek te stimuleren en om onderzoekers een aantrekkelijk loopbaanperspectief in de wetenschap te bieden, is enkele jaren geleden het programma Vernieuwingsimpuls (VI) in het leven geroepen. Dit is een gemeenschappelijk programma van het ministerie van OCW, NWO, KNAW, en de VSNU. De uitvoering van de Vernieuwingsimpuls is neergelegd bij NWO. Het doel van de Vernieuwingsimpuls is vernieuwing van het wetenschappelijk onderzoek. Voor het programma staat centraal dat talentvolle, creatieve onderzoekers de kans krijgen hun onderzoek uit te voeren en op deze wijze in of door te stromen bij de wetenschappelijke onderzoeksinstellingen. De Vernieuwingsimpuls is persoonsgebonden en biedt talentvolle, creatieve onderzoekers de kans om onderzoek naar hun keuze uit te voeren en de doorstroom bij wetenschappelijke onderzoeksinstellingen te bevorderen. De VI kenmerkt zich door drie persoonsgebonden subsidievormen (Veni, Vidi en Vici) voor verschillende fasen in de wetenschappelijke carrière van onderzoekers.
In 2003 is de Vernieuwingsimpuls door Technopolis en Dialogic geëvalueerd. Deze evaluatie kenmerkte zich door nadruk op procedures en processen rondom de Vernieuwingsimpuls. We zijn nu enkele jaren verder, waardoor het beter mogelijk wordt om het effect van de Vernieuwingsimpuls op wetenschappelijke producties en carrière (in het bijzonder van vrouwelijke laureaten) vast te stellen.
Dialogic voert samen met Technopolis een grondige evaluatie uit van het programma Vernieuwingsimpuls met aandacht voor de doelmatigheid van de uitvoering; het effect van het programma op innovatief, creatief en hoogwaardig onderzoek door talentvolle onderzoekers en het effect van het programma op de dynamiek in de opbouw van wetenschappelijk personeel bij wetenschappelijke instellingen.
Om innovatief wetenschappelijk onderzoek te stimuleren en om onderzoekers een aantrekkelijk loopbaanperspectief in de wetenschap te bieden is enkele jaren geleden de Vernieuwingsimpuls in het leven geroepen. In 2007 is dit programma grondig geëvalueerd met aandacht voor de drie onderzoeksvragen.
De onderzoeksvragen zijn verdeeld over het proces (informatievoorziening, selectieprocedure), de impact (effect VI, mobiliteit van onderzoekers) en context (sterke en zwakke kanten).
Voor de uitvoering van deze evaluatie is een aantal instrumenten ingezet en gecombineerd waarbij een inbreng van alle relevante doelgroepen wordt gegarandeerd: desk research, face-to-face en telefonische interviews en een webenquête. Op een netwerkbijeenkomst is met Veni-, Vidi- en Vici-laureaten gesproken over het proces en de impact van de VI.
Enkele conclusies zijn:
- In vergelijking met de vorige evaluatie (2003) is de matching een minder heet hangijzer voor instellingen.
- De VI heeft sinds de vorige evaluatie in de onderzoeksgemeenschap aan bekendheid gewonnen.
- Uit zowel de enquête als uit gegevens van NWO blijkt dat een VI-subsidie sneller leidt tot een vaste aanstelling en een betere academische functie.
Uit het onderzoek blijkt dat de VI bijdraagt aan het werven en behouden van jonge en talentvolle onderzoekers en bestuurders. Uitvoerders en doelgroepen vinden dat met het VI programma innovatief en hoogwaardig wetenschappelijk onderzoek wordt bevorderd. In de Nederlandse context is de VI een belangrijk programma, vooral omdat het goed aansluit bij het loopbaan- en talentenbeleid dat in het wetenschapssysteem steeds meer nadruk krijgt.
- Projectnummer
2007.003 - Opdrachtgever(s)
NWO
Principal consultant