IPR en business modellen voor de creatieve industrie van de toekomst
Op 10 en 11 november vond in Barcelona de workshop Cocreation, Distributed Performances And Alternative Content for the Big Screen plaats. Tommy van der Vorst, onderzoeker/adviseur bij Dialogic, presenteerde daarbij over de rol van intellectuele eigendomsrechten in de toekomstige creatieve industrie.
In gedistribueerde optredens en co-creatie wordt door samenwerking en deling van intellectueel eigendom waarde gecreëerd. Het is daarbij vaak niet duidelijk aan wie de intellectuele eigendomsrechten toebehoren. Intellectuele eigendomsrechten werken daarnaast in sommige gevallen sterk beperkend: bij optredens verspreid over meerdere landen spelen verschillende jurisdicties een rol en is sprake van een groot aantal betrokken partijen.
In de software-industrie, waar reeds veel co-creatie plaatsvindt in de vorm van open sourceontwikkeling, zijn verschillende modellen te vinden om met deze issues om te gaan. Wat opvalt is dat de primaire inkomstenstromen (uit het exclusief uitbaten van intellectueel werk) in de toekomstige creatieve industrie relatief minder belangrijk worden ten opzichte van de secundaire inkomstenstromen. Hierbij valt te denken aan ‘freemium’ en ‘shareware’ businessmodellen: het leveren van aanvullende diensten of producten bovenop creatief werk dat gratis wordt weggegeven.
In het kader van het Europese SPECIFI-project is Dialogic betrokken bij het ontwikkelen van en experimenteren met platforms voor de creatieve industrie van de toekomst. Hierbij draait het om het toepassen van innovatieve technologieën, zoals augmented reality en videoplatforms voor gedistribueerde optredens. In deze nieuwe vormen van creativiteit is het steeds de vraag of er een duurzaam bedrijfsmodel te vinden is, met een minimale bijdrage van overheidswege. In dit kader onderzocht Dialogic business modellen vanuit drie verschillende vertrekpunten: conceptueel (business model canvas), vanuit intellectueel eigendomsrecht (IPR) en vanuit maatschappelijke impact.