Aan het begin van de zomer ben ik begonnen als Research Assistant (RA) bij Dialogic. Op de eerste dag moest er gelijk hard gewerkt worden. Dit vond ik erg uitdagend. Ik heb bij aanvang aangegeven dat ik hier ook graag mijn Bachelor-scriptie wil gaan doen. Hier bleek ruimte voor te zijn. Vanaf augustus ben ik dan begonnen met mijn scriptie.

Vanuit mijn studie Technische Bestuurskunde aan de TU Delft met het domein ICT,  houd ik me vooral bezig met multi-actor beleidsvraagstukken met daarbij een “vleugje??? techniek. Voorbeelden hiervan zijn: Hoe kan de overheid de kritieke infrastructuren beschermen? Welk sturingsinstrument kan het beste gebruikt worden voor efficiëntere datacenters? Met behulp van conceptuele tools en kwantitatieve modelstudies probeer ik grip op de zaak te krijgen en de vraagstukken op te lossen. Hierbij moet er gedacht worden aan logical frameworks, uml, system dynamics, business intelligence etc. en natuurlijk SPSS.

Ik wil graag een onderzoek doen dat aansluit bij mijn interesses, maar ik wil ook graag iets doen wat waarde creëert voor Dialogic. Ik heb hierbij aansluiting gevonden bij het project Internet als Databron (IaD). Het project IaD houdt zich bezig met de performance van Europa op het gebied van ICT. Dit is nodig in het kader van de Digitale Agenda. Het beleid ervan wordt er immers min of meer op gekeurd. Het doel van dit project is om manieren te vinden om goedkoper en sneller de digitale gesteldheid van Europa te achterhalen. Niet onbelangrijk is om nieuwe relevante indicatoren te vinden die beter aansluiten in het kader van de Digitale Agenda. Indicatoren kunnen namelijk na verloop van tijd hun onderscheidend vermogen verliezen.

In mijn afstudeeronderzoek houd ik mij bezig met een van de zogenaamde IaD-methodes. Hier wordt door middel van een slimme applicatie het internetgebruik bijgehouden van  panelleden. De vraag hierbij is in hoeverre deze methode goedkoper en sneller is én welke nieuwe indicatoren gevonden kunnen worden voor de Digitale Agenda van Europa met betrekking tot harde (interne en externe validiteit) en softe eisen (privacy en sociale draagvlak).