Beleidsinterventies voor het stimuleren van innovatiegericht inkopen

In opdracht van PIANOo (het Expertisecentrum Aanbesteden) heeft Dialogic onderzocht welke interventies overheden kunnen inzetten om innovatiegericht inkopen te stimuleren, zowel in de eigen organisatie, als regionaal of landelijk. De volgende zes archetypen beleidsinterventies (in willekeurige volgorde) staan centraal in het onderzoek:

  1. Aanbieden van voorlichting en support aan en stimuleren van netwerkvorming onder publieke opdrachtgevers.
  2. Aanbieden van centrale (co)financiering aan (decentrale) publieke opdrachtgevers voor innovatiegericht inkopen.
  3. Vastleggen van streefcijfers van inkoopbudgetten.
  4. Opstellen van innovatieagenda’s en routekaarten door publieke opdrachtgevers.
  5. Stimuleren van innovatie-minded gedrag onder bestuurders en ambtenaren.
  6. Innovation brokerage.

We beschrijven per type beleidsinterventie de verschillende manieren om vorm te geven aan dit type interventie. Daarbij gebruiken we voorbeelden uit de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, Spanje, Finland, Oostenrijk, Zweden en Vlaanderen. Daarnaast staan we stil bij de mogelijke toepassing van de beleidsinterventie in de Nederlandse context: wat zijn de afwegingsdimensies, welke inspanningen zijn hiervoor nodig en wat levert het potentieel op (in termen van het oplossen van knelpunten)? Ook presenteren we belangrijke aandachtspunten voor de implementatie van elk van de interventies. De resultaten in het rapport zijn gebaseerd op deskstudie, enkele interviews met betrokkenen bij de buitenlandse voorbeelden en een discussiesessie met medewerkers van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Rijkswaterstaat en ProRail die zich binnen hun organisatie bezighouden met innovatiegericht inkopen.

We concluderen dat de verschillende interventies om innovatiegericht inkopen te stimuleren ongelijksoortig zijn. Allereerst verschilt het werkingsgebied sterk per interventie (regionaal of landelijk, gericht op een sector, een specifieke organisatie, of individuele ambtenaar). Ten tweede merken we op dat de interventies niet in splendid isolation functioneren. Zo biedt het opstellen van een innovatieagenda een kapstok waar vervolgens andere interventies (ondersteuning, netwerkvorming, et cetera) onder kunnen vallen. Ook merken we op dat het eerste archetype (voorlichting en support) randvoorwaardelijk is voor iedere archetype: cofinanciering, innovatieagenda’s en streefpercentages verliezen hun werking als het de publieke opdrachtgever aan kennis ontbreekt. We zien dan ook dat cofinanciering vrijwel altijd gepaard gaat met procesondersteuning.

De volledige uitwerking van de verschillende beleidsinterventies is hier te vinden. Meer weten? Neem dan contact op met Tessa Groot Beumer.