Wat voor innovatiebeleid willen we?

De laatste jaren wordt er in Nederland volop geëxperimenteerd met nieuwe vormen van innovatiebeleid. Kenmerkend is dat er steeds minder subsidies voor individuele bedrijven zijn. In plaats daarvan beoogt de overheid bedrijven en kennisinstellingen samen te laten werken aan het versterken van hun innovatiesystemen. Doel is dat gezamenlijke inspanningen leiden tot het opbouwen van kennis en infrastructuren die ruimte scheppen voor ‘collectieve transformaties’: innovatiepaden waarin afzonderlijke innovaties op elkaar voortbouwen en zo resulteren in sterk vernieuwende doorbraken en/of oplossingen voor urgente maatschappelijke vraagstukken.

In twee recente ESB-artikelen zet Dialogic-onderzoeker Matthijs Janssen uiteen wat bovenstaande ontwikkeling betekent voor het bepalen van beleidsimpact. Het mei-nummer van ESB is geheel gewijd aan ‘Moderne industriepolitiek’, en opent met een beschouwing van wat de Topsectorenaanpak ons gebracht heeft (en nog kan brengen). De bijdrage aan het juni-nummer gaat dieper in op redenen waarom gebruikelijke econometrische methoden zich maar beperkt lenen voor het evalueren van modern innovatiebeleid. Op basis van ervaringen uit de door Dialogic geëvalueerde SBIR-regeling (incl. NWO Valorisation Grant) doen we enkele suggesties voor evaluatiemethoden die wél geschikt zijn.

Als u meer informatie wilt over de artikelen, of daarop wilt reageren, kunt u contact opnemen met Matthijs Janssen.

 

ESB mei 2018 – Impact en potentieel van de topsectorenaanpak

ESB juni 2018 – Effect transformatief innovatiebeleid lastig te meten

Project – Dialogic (2017): Werkt de Topsectorenaanpak?In opdracht van het Ministerie van Economische Zaken.
Project – Dialogic (2017): Evaluatie SBIRIn opdracht van het Ministerie van Economische Zaken.