Evaluatie van de wet op de vaste boekenprijs
Op verzoek van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben Dialogic en APE de Wet op de vaste boekenprijs (Wet op de vbp) over de periode 2009 – 2012 geëvalueerd. Artikel 30 van deze wet bepaalt dat de minister van OCW de Tweede Kamer periodiek verslag uitbrengt over de doeltreffendheid en de effecten van de wet in de praktijk. De evaluatie richt zich op vier deelonderzoeken, namelijk:
- Analyse van de positie van het wetenschappelijke boek over de periode 2009-2012.
- Meting en verklaring van de ontwikkelingen in de pluriformiteit van het titelaanbod en in de brede beschikbaarheid van het boek over de periode 2009 – 2012.
- Analyse van de gevolgen van de digitalisering voor de werkingssfeer van de wet.
- Beoordeling van de functionaliteit van de vaste prijs in het licht van de huidige (en in de toekomst verwachte) marktsituatie van de fysieke boekhandel in vergelijking met de effectiviteit en efficiëntie van eventuele alternatieven voor dit instrument.
Deelonderzoeken 3 en 4 vormen een uitbreiding ten opzichte van de evaluatie die APE enkele jaren geleden uitvoerde van deze wet. Het evaluatierapport is conform deze deelonderzoeken opgezet, waarbij de eerste twee deelonderzoeken resulteren in uiteenlopende cijfers over de boekenhandels en boekenverkopen, terwijl de twee laatste deelonderzoeken uitmondden in meer kwalitatieve beschrijvingen van de impact van digitalisering (gekwantificeerd waar mogelijk) en een vergelijking van het instrument ‘vaste boekenprijs’ met andere instrumenten. Het rapport besteedt apart aandacht aan de mogelijkheid het wetenschappelijk boek als aparte categorie af te zonderen van andere boeken.
In de discussie over de toekomst van de wet adviseren wij de volgende aspecten in overweging te nemen:
- De houdbaarheid van de huidige interpretatie van ‘brede beschikbaarheid’ (fijnmazig netwerk van geografisch verspreide boekhandels) in de context van internetverkopen en de mate waarin internetboekhandels en fysieke boekhandels elkaars substituut zijn, dan wel elkaar aanvullen.
- De effectiviteit van de Wet op de vbp voor verschillende categorieën boeken, bijvoorbeeld meer relevantie voor literair-culturele titels en minder relevantie voor wetenschappelijke titels.
- Bij elke eventuele aanpassing van de wet moet de vraag worden gesteld welke impact zij heeft op (1) de positie van literair-culturele titels als cultuurgoederen, en (2) op het belang van de fysieke boekhandels als één van de schakels waarlangs (literaire) boeken worden verspreid.
- De impact van een eventuele aanpassing van de Wet op de vbp op marktmacht van verschillende aanbieders. Een eventuele afschaffing van de Wet op de vbp zal leiden tot prijsconcurrentie die de positie van de fysieke boekhandel verder zal aantasten ten gunste van grote online aanbieders en branchevreemde aanbieders.
- De impact van eventuele aanpassingen van de Wet op de vbp op de unieke collectieve distributie-infrastructuur in Nederland die zowel meerwaarde heeft voor de fysieke als de internetboekhandel. Eventuele aanpassingen of afschaffing zou deze infrastructuur kunnen aantasten en een negatief effect kunnen hebben op de beschikbaarheid van boeken voor de consument.
- Een eventuele aanpassing van de Wet op de vbp biedt een gelegenheid om een breder publiek te informeren over deze wet.
Momenteel ligt het rapport bij de Raad van Cultuur die een advies uit zal uitbrengen over deze evaluatie. Daarna zal de minister van OCW het rapport aan de Tweede Kamer aanbieden.
Dialogic, april 2014