Samenvatting Diensteninnovatiebeleid in Nederland
In het kader van het EPISIS Inno-Net project van PRO INNO EUROPE is door verschillende landen in kaart gebracht welke beleidsmaatregelen er zijn om diensteninnovatie te stimuleren. Dialogic heeft de Nederlandse situatie in kaart gebracht.
Ondanks het feit dat Nederland een diensteneconomie heeft (meer dan 70% van de toegevoegde waarde is toe te schrijven aan de dienstensector), is er geen sprake van een formeel diensteninnovatiebeleid. Dat wil niet zeggen dat diensteninnovatie niet op de agenda staat in het debat rondom innovatiebeleid; het belang van de diensten en diensteninnovatie wordt steeds meer erkend (ook in de maakindustrie en in de maatschappij als geheel) en bediscussieerd.
In de afgelopen jaren zijn er dan ook diverse initiatieven ontwikkeld om diensteninnovatie te stimuleren en/of de toegankelijkheid van generieke- en specifieke beleidsmaatregelen voor dienstenaanbieders te vergroten. Deze beleidsinitiatieven of beleidsexperimenten kunnen aangeduid worden als een eerste stap in de goede richting, maar zijn niet gebaseerd op een algemeen aanvaarde beleidsvisie met betrekking tot beleidsstrategie ten aanzien van diensteninnovatie.
De meeste initiatieven die zijn ontwikkeld de afgelopen jaren zijn voor het merendeel generieke beleidsmaatregelen waarvan ook de dienstensector kan profiteren, zoals de WBSO en de nieuwe RDA-regeling. Dit is te wijten aan een algemene verschuiving in het innovatiebeleid (sinds eind 2010) van subsidies en specifieke beleid naar relatief meer fiscale maatregelen en kredietfaciliteiten en naar meer generiek beleid.
Een uitzondering is de ontwikkeling van het Topsectorenbeleid, waarvoor een op maat gemaakte set van tools wordt gebruikt om innovatie en concurrentievermogen op grotere schaal te ondersteunen. De creatieve industrie en de logistieke dienstverlening zijn binnen het Topsectorenbeleid echter wel de enige twee dienstensectoren en daarmee uitzonderingen in wat lijkt een beleid gedomineerd door vrij gevestigde (veelal technologie gedomineerde) landbouw- en productieclusters.
Al met al blijkt dat het diensteninnovatielandschap en de beleidsmix zowel ten aanzien van diensten en diensteninnovatie, zeker in vergelijking met andere landen, gefragmenteerd is. Diensten en diensteninnovatie is vooralsnog niet ‘top of mind’ bij beleidsmakers.
In totaal zijn in het Episis project voor 15 landen dergelijke landenstudies verricht. De resultaten zullen op 4-5 juni worden gepresenteerd op de Episis conferentie in Helsinki, zie http://www.proinno-europe.eu/episis/events/third-and-final-episis-conference.
Zie ook onze website: Landenrapport – Diensteninnovatiebeleid.