Langere samenwerking door kenniscomplementariteit?

Voor het ontwikkelen van innovaties is technische kennis nodig. Door snel opeenvolgende nieuwe technologieën, steeds complexer wordende technieken en stijgende R&D kosten wordt het steeds lastiger voor bedrijven om alle benodigde kennis voor innovatie in huis te hebben. Hierdoor is het aantal samenwerkingsrelaties de afgelopen jaren behoorlijk gestegen. Dialogic maakt veel gebruik van netwerkanalyse als methode en is continu bezig haar kennis hierover te vergroten. Deze stage maakt ook gebruik van de netwerkanalyse en kijkt naar de lengte van samenwerkingsrelaties. Op basis van de lengte van bepaalde productontwikkelingstijden zou een bepaalde lengte van samenwerkingsrelaties verwacht kunnen worden. Naar deze lengte van samenwerkingsrelaties is nog nooit onderzoek gedaan. Hangt de duur van deze relaties samen met de mate van kenniscomplementariteit tussen twee bedrijven? Astrid van den Berg zal deze vraag als afstudeeronderzoek (masteropleiding Science and Innovation Management, Universiteit Utrecht) binnen Dialogic beantwoorden.

Het onderzoek kijkt naar de biotechnologiesector in Nederland, welke bij uitstek geschikt is voor dit onderzoek. Omdat de technische kennis binnen deze sector zeer divers en complex is en omdat het een nog vrij jonge sector is, hebben deze bedrijven verschillende specialiteiten ontwikkeld binnen deze sector. Daarnaast ontwikkelen technieken, vaardigheden en middelen zich razendsnel, waardoor de snelheid van deze ontwikkelingen nauwelijks is bij te houden voor de bedrijven binnen deze sector. Bedrijven zien zich gedwongen samen te werken met andere bedrijven om te overleven binnen deze sector en toegang te krijgen tot de benodigde complementaire technische kennis. In deze sector duurt het op de markt brengen van een product ongeveer 10-12 jaar. Op basis hiervan zouden langdurige samenwerkingsrelaties verwacht kunnen worden. Uit eerder onderzoek is echter gebleken dat deze relaties vaak korter dan een jaar duren. Deze tegenstelling is zeer opmerkelijk en wordt in deze afstudeeropdracht onderzocht.

Dit onderzoek wordt uitgevoerd met behulp van een patentcitatie analyse. Wanneer bedrijven in hun patent substantieel gebruik maken van een ander patent moeten zij naar dit voorgaande patent verwijzen. Op deze manier kan inzicht verkregen worden in de mate waarin bedrijven van elkaars kennis gebruik maken. Daarnaast kunnen zo de kenniscomplementariteiten tussen de bedrijven in kaart worden gebracht. Patentcitatie analyse kan ook gebruikt worden als een manier om een netwerk te analyseren. Deze methode is echter nooit eerder gebruikt om kenniscomplementariteiten in kaart te brengen en is dus een experimentele methode van operationaliseren.

Indien u meer wilt weten over dit onderzoek kunt u contact opnemen met Astrid van den Berg.